Belangrijke wijzigingen in de loonbelasting 2018
De loonkosten zijn normaliter de grootste kostenpost in een onderneming. Hier wordt niet altijd evenveel aandacht aan besteed, terwijl daar wel nog veel winst is te behalen. Daarom staan we in dit nieuwsbericht stil bij de belangrijkste wijzigingen op het gebied van loonkosten voor 2018.
Minimumloon omhoog
Het wettelijk minimumloon bedraagt per 1 januari 2018 € 1.578 per maand. Dit komt neer op € 364,15 per week en € 72,83 per dag. Let op: per 1 juli 2017 hebben alle werknemers vanaf 22 jaar recht op het wettelijk minimumloon.
Stijging Bijdrage Zorgverzekeringswet
Vanaf 1 januari 2018 gelden nieuwe verhoogde percentages voor de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw). De werkgeversheffing die verschuldigd is over het loon van uw werknemers stijgt naar 6,9%. In 2017 was dit nog 6,65%. Voor de DGA zal de ingehouden bijdrage ZVW stijgen van 5,4% naar 5,65%.
Wet Tegemoetkomingen Loondomein (WTL)
Met ingang van 1 januari 2018 vervangt deze regeling met de Loonkostenvoordelen (LKV’s) de premiekorting oudere werknemer en de premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer. Het reeds in 2017 ingevoerde Lage-inkomensvoordeel (LIV) blijft wel bestaan. In tegenstelling tot de korting op de premies werknemersverzekeringen die in 2017 gold, krijgt de werkgever met de LKV een vaststaand bedrag per werknemer per uur, gedurende maximaal drie jaar. Er zijn in totaal vier loonkostenvoordelen. De LKV moet er evenals de eerdere premiekortingen voor zorgen dat kwetsbare groepen werknemers betere kansen hebben op de arbeidsmarkt. Eén van de verschillen met de diverse premiekortingen is dat de werkgever het bedrag van het LKV achteraf pas ontvangt van de Belastingdienst. Het bedrag over 2018 zal daarmee pas in 2019 worden uitbetaald. Dat betekent dus een hogere loonheffing gedurende 2018. Verder dient voldaan te worden aan diverse voorwaarden om in aanmerking te komen voor een of meerdere LKV’s.
Werkkostenregeling (WKR)
De WKR behelst de fiscale regels rondom het geven van vergoedingen en verstrekkingen door de werkgever aan werknemers. De WKR-regels veranderen in 2018 niet. Toch is het belangrijk om hier voldoende aandacht aan te geven in de administratie en bij het vaststellen van de arbeidsvoorwaarden. Dit om te voorkomen dat er onnodig belasting verschuldigd is over bepaalde vergoedingen en verstrekkingen. Onder de WKR is over een aantal vergoedingen en verstrekkingen geen loonbelasting verschuldigd, mits dit vooraf goed (in)geregeld wordt. Vergoedingen en verstrekkingen die wel belastbaar zijn, kunnen in de zogenaamde vrije ruimte worden ondergebracht en zijn daarmee onbelast voor de werknemer. De vrije ruimte bedraagt maximaal 1,2% van de totale fiscale loonsom. Wanneer de vrije ruimte wordt overschreden dient door de werkgever over het meerdere 80% eindheffing te worden betaald. Zorg ervoor dat uit uw administratie duidelijk blijkt welke vergoedingen en verstrekkingen u hebt aangewezen in de vrije ruimte. Is er geen sprake van een expliciete aanwijzing, dan zijn deze vergoedingen en verstrekkingen alsnog belast loon. Gedurende het jaar is het daarnaast belangrijk de WKR en het ‘vollopen’ van de vrije ruimte goed te monitoren.
Verhoging salarisnorm onder de 30% vergoedingsregeling
De 30%-vergoedingsregeling is een specifieke regeling voor buitenlandse werknemers die tijdelijk in Nederland komen werken en over een specifieke deskundigheid beschikken die niet of slechts schaars op de Nederlandse arbeidsmarkt beschikbaar is. De Belastingdienst veronderstelt dat er sprake is van specifieke deskundigheid als de werknemer een belastbaar jaarsalaris heeft van tenminste € 37.296 in 2018 (exclusief de onbelaste 30%-regeling). Voor werknemers jonger dan 30 jaar (met een masterdiploma) geldt een verlaagde salarisnorm van € 28.350. Indien op enig moment niet voldaan wordt aan deze salarisnorm, vervalt de 30%-vergoedingsregeling en moet over de eerder als onbelast betaalde vergoeding alsnog belasting afgedragen worden.