Heeft jouw organisatie door het coronavirus tijdelijk minder werk? Dan heb je de mogelijkheid als werkgever om voor werknemers een tijdelijke WW-uitkering voor de niet-gewerkte uren te ontvangen. Hiervoor kun je gebruik maken van de regeling werktijdverkorting.
Coronavirus moet minimaal 2 weken hinder geven
Organisaties komen in aanmerking voor werktijdverkorting als zij vanwege buitengewone omstandigheden waaronder het coronavirus, minimaal 2 weken tot maximaal 24 weken minstens 20% minder werk hebben binnen de gehele organisatie. De werkgever vraagt een vergunning aan bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De periode van deze vergunning duurt maximaal 6 weken. Verbetert de situatie van de organisatie binnen deze 6 weken, dan gaan de werknemers weer aan het werk. Als de problemen langer dan 6 weken duren, kan de werkgever maximaal drie keer verlenging van de vergunning aanvragen bij SZW. De werkgever kan geen werktijdverkorting aanvragen voor oproepkrachten met een nul-urencontract en uitzendkrachten.
Werknemer moet voldoen aan eisen WW
Kent het ministerie van SZW de vergunning voor werktijdverkorting toe, dan geeft de werkgever dit door aan UWV. Na afloop van de vergunningsperiode kan de werkgever bij UWV een WW-uitkering aanvragen voor zijn werknemers voor de uren die zij niet werkten tijdens de vergunningsperiode. Werknemers die voldoen aan de eisen van de WW krijgen de uitkering. De werkgever betaalt in de meeste gevallen het volledige loon door aan de werknemers. Dit hangt af van de afspraken uit de cao of de arbeidsovereenkomst. UWV betaalt de tijdelijke WW-uitkering aan de werkgever. Op deze manier bespaart de werkgever loonkosten, terwijl hij geen werknemers hoeft te ontslaan.
Vragen?
Heb je naar aanleiding van bovenstaande informatie vragen, of hulp nodig bij de aanvraag?
Neem dan contact met ons op, dan gaan we samen jouw situatie bespreken en kijken we waar je recht op hebt.