Ketenregeling onder de WWZ
Onder de WWZ is de ketenregeling teruggebracht tot de formule: 3x2x6.
Er mogen maximaal drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd worden overeengekomen en de maximale duur van deze overeenkomsten voor bepaalde tijd mogen bij elkaar opgeteld niet langer duren dan twee jaar.
Pas als er tussen twee arbeidsovereenkomsten een periode zit van meer dan zes maanden waarin geen arbeidsovereenkomst bestaat, ontstaat een nieuwe keten.
Verruiming ketenregeling onder de Wab
Onder de Wab wordt de ketenregeling verruimd tot de formule: 3x3x6. Onder de Wab blijft het maximaal aantal arbeidsovereenkomst voor bepaal- de tijd nog steeds drie, maar de maximale duur van deze overeenkomsten wordt verruimd naar drie jaar. De periode van meer dan zes maanden om een nieuwe keten te starten blijft gelijk.
De nieuwe ketenregeling kent geen overgangsrecht en geldt dus direct vanaf de invoering van de Wab (de beoogde datum is 1 januari 2020). Dit betekent dat een arbeidsovereenkomst gesloten voor inwerkingtreding van de Wab, maar die na de inwerkingtreding de totale duur van twee jaar overschrijdt (maar niet die van drie jaar) toch een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd blijft. Ter verduidelijking een tweetal voorbeelden.
Twee voorbeelden
Voorbeeld 1
Op 1 april 2018 sluiten partijen een arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden. Op 1 oktober 2018 verlengen partijen de arbeidsovereenkomst voor twaalf maanden. Op 1 oktober 2019 verlengen partijen de arbeidsovereenkomst voor 12 maanden (tot 1 oktober 2020).
Er zijn in dat geval drie arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd gesloten en de maximale termijn van twee jaar (huidig recht) verstrijkt op 1 april 2020, waardoor nog geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan.
Voorbeeld 2
Op 1 oktober 2018 sluiten partijen een arbeidsovereenkomst voor de duur van twaalf maanden. Op 1 oktober 2019 verlengen partijen de arbeidsovereenkomst voor achttien maanden (tot 1 april 2021).
Er zijn in dat geval twee arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd gesloten en de maximale termijn van twee jaar (huidig recht) verstrijkt op 1 oktober 2020, waardoor nog geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ontstaan.
Verschillende fracties merken op dat de verruiming van de ketenregeling tot gevolg zal hebben dat werknemers minder snel een vaste aanstelling krijgen. Het wordt werkgevers immers mogelijk gemaakt om langer met arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd te werken. Ondanks deze constatering moet volgens minister Koolmees een vaste aanstelling het uitgangspunt blijven. Met de Wab is gezocht naar een balans, waarbij de maatregelen tezamen brengen dat vast minder vast en flex minder flex wordt. De ketenregeling in combinatie met de nieuwe WW-premiedifferenti- atie zal er volgens minister Koolmees toe moeten leiden dat een vaste aanstelling toch aantrekkelijk is en blijft voor werkgever.