De invoering van het minimumuurloon op 1 januari 2024 betekent dat de wet geen vaste minimum dag-, week- en maandlonen meer voorschrijft. Hoe zit het precies?
Per sector kan de omvang van een voltijds dienstverband verschillen, bijvoorbeeld 36, 38 of 40 uur per week. Door de invoering van het wettelijk minimumuurloon op 1 januari 2024 geldt voor werknemers in alle sectoren één uniform minimumuurloon.
Loonsverhoging
Voor werknemers die het minimumloon verdienen en een voltijds dienstverband van méér dan 36 uur per week hebben, bijvoorbeeld 37 of 40 uur, leidt de invoering van het wettelijk minimumuurloon tot een loonsverhoging. Dat komt doordat de hoogte van het wettelijk minimumuurloon wordt afgeleid van het huidige minimummaandloon bij een voltijds dienstverband van 36 uur.
Indexatie minimumloon
Op 1 januari en 1 juli van elk jaar wordt het minimumloon geïndexeerd. Dit blijft ook zo na de invoering van het minimumuurloon. In oktober 2023 wordt bekendgemaakt wat het wettelijk
minimumuurloon is met ingang van 1 januari 2024.
Aanpassing salarisschalen
De salarisschalen in cao’s zullen in veel gevallen moeten worden aangepast vanwege de invoering van het wettelijk minimumuurloon op 1 januari 2024.
De salarisschalen op minimumloonniveau moeten opnieuw worden berekend op basis van het minimumuurloon omdat er na de invoering van het minimumuurloon geen vaste maand, week
en dagbedragen meer bestaan.
Ook de omvang van een voltijds arbeidsduur in een sector en het kalenderjaar waar de cao betrekking op heeft zijn relevant bij het correct berekenen van salarisschalen op minimumloonniveau.
De invoering van het minimumuurloon brengt geen wijziging in de mogelijkheid om in een cao een plus-en-min-urensysteem af te spreken op basis van het wettelijk minimumuurloon.
Loon berekenen op basis van wettelijk minimumuurloon
Er zijn een aantal gangbare periodes om het loon over te berekenen, bijvoorbeeld een week, een maand of een vierwekelijks periode. Door het aantal gewerkte uren in een periode te vermenigvuldigen met het wettelijk minimumuurloon kom je tot het loon van die periode.
Je kunt de volgende basisformule gebruiken:
loon in periode Y = (aantal gewerkte uren periode Y ) x (wettelijk minimumuurloon)
Hierna een fictief voorbeeld hoe het loon over een maand moet worden berekend.
Voorbeeld 1. Loon in februari 2024 berekenen
Gewerkte uren in februari 2024:
- Week 5: 16 uur
- Week 6: 24 uur
- Week 7: 24 uur
- Week 8: 24 uur
- Week 9: 16 uur
Totaal gewerkte uren in februari 2024: 104 uur
- Wettelijk minimumuurloon: € 12,79
- Loon in periode Y = (aantal gewerkte uren in periode Y) x (wettelijk minimumuurloon):
- Loon in februari 2024 = (104) x (€ 12,79)
- Loon in februari 2024 = € 1.330,16
Loon berekenen na indexatie wettelijk minimumuurloon
Op 1 januari en 1 juli van elk jaar wordt het minimumuurloon geïndexeerd. Vanaf 1 januari en 1 juli moet het loon worden berekend met het dan geldende minimumuurloon.
Het kan voorkomen dat 1 januari of 1 juli niet samenvallen met de eerste dag van de periode waarover het loon berekend wordt. Dan zijn er twee minimumuurloon bedragen van toepassing bij de berekening van het loon.
Minimumjeugdloon per uur
Voor werknemers tussen de 15 en 20 jaar gelden minimumjeugduurlonen. Per leeftijd geldt een ander bedrag. De minimumjeugduurlonen zijn – net als nu – afgeleid van het wettelijk
minimumuurloon. In oktober 2023 wordt bekend gemaakt wat de minimumjeugduurlonen zijn vanaf 1 januari 2024.
Voor werknemers van 15 tot en met 20 jaar gelden verschillende minimumjeugduurlonen. Vanaf elke verjaardag moet je met een hoger minimumjeugduurloon rekenen. Binnen een periode van berekening kunnen daardoor twee minimumjeugduurloon bedragen van toepassing zijn.
Vast bedrag per maand
Een vaste beloning per maand afspreken mag, als ook sprake is van een vast overeengekomen arbeidsduur per week. Dit moet in een cao of schriftelijke arbeidsovereenkomst vastgelegd zijn.
Dit kan ook als de werknemer per week (gemiddeld) een vast aantal uren werkt. Bijvoorbeeld in de ene week 36 uur en de andere week 40 uur, wat op een vast gemiddelde van 38 uur per week
uitkomt.
Een vast bedrag per maand op basis van het minimumuurloon bereken je door het totaal aantal (te verwachten) arbeidsuren van de werknemer in het betreffende kalenderjaar te delen door 12
en dat te vermenigvuldigen met het geldende minimumuurloon. Je kunt de volgende basisformule gebruiken: vast bedrag per maand = (aantal arbeidsuren in betreffende kalenderjaar / 12) * minimumuurloon
Let op:
- Als je uitgaat van werkweken van maandag t/m vrijdag dan heeft een kalenderjaar vaak méér dan (5 x 52 =) 260 werkbare dagen. Kalenderjaren met 261 en 262 werkbare dagen komen
- ook voor. Hou rekening met het werkrooster bij het berekenen van het totaal aantal arbeidsuren in een kalenderjaar om niet op een te laag vast bedrag per maand uit te komen. Afhankelijk van het rooster kan een ander aantal (te verwachten) arbeidsuren in een jaar van toepassing zijn.
- Houd daarnaast ook rekening met de indexatie van het minimumuurloon op 1 juli, waardoor opnieuw een vast bedrag per maand moet worden berekend in het betreffende kalenderjaar.
- Het aantal (te verwachten) arbeidsuren in een kalenderjaar kan bij een parttime rooster verschillen afhankelijk van welke dag(en) in de week er wordt gewerkt. Dat komt doordat een dag meestal 52, maar soms ook 53 keer per kalenderjaar voorkomt.
- Houd rekening met het werkrooster bij het berekenen van het totaal aantal arbeidsuren in een kalenderjaar om niet op een te laag vast bedrag per maand uit te komen.
- Minimumjeugduurloon en vast bedrag per maand
- Voor werknemers van 15 tot en met 20 jaar gelden minimumjeugduurlonen. Per leeftijd geldt een ander bedrag. Een werknemer (jongere) heeft vanaf zijn verjaardag recht op een hoger minimumjeugduurloon.
Een vast bedrag per maand betekent dat in de maand waarin de verjaardag valt – naar rato – met twee uurlonen moet worden gerekend. Ter vereenvoudiging van de uitvoering is het ook mogelijk om per de 1ste van de maand waarin de verjaardag valt met het hogere minimumjeugduurloon te rekenen.
Loonstrook
Op de loonstrook moet het – voor de betreffende leeftijd van de werknemer en periode waar de loonstrook betrekking op heeft – geldende wettelijke minimumuurloon worden vermeld.
Lage-inkomensvoordeel
Werkgevers ontvangen het LIV voor werknemers die in een kalenderjaar minimaal 1.248 uur bij hen hebben gewerkt en een gemiddeld uurloon hebben van tussen de 100 en 125 procent van het
wettelijk minimumuurloon.
Vanaf 1 januari 2024 wordt de bovengrens van het uurlooncriterium verlaagd van 125 naar 104 procent van het wettelijk minimumuurloon. Het kabinet is van plan het LIV af te schaffen per 1 januari 2025.
Referentiemaandloon
In de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag staat vanaf 1 januari 2024 nog steeds een maandloon, maar dat is een referentiemaandloon. Dit referentiemaandloon is van toepassing op
een aantal sociale zekerheidswetten.
Voor de berekening van het loon van een werknemer moet altijd uitgegaan worden van het wettelijk minimumuurloon.