Eerste schijf inkomstenbelasting iets lager in 2022

Belastingbetalers moeten in 2022 over hun inkomen tot € 69.398 naar verwachting 37,07% belasting afdragen. Over het inkomen daarboven is 49,50% inkomstenbelasting verschuldigd. Dat staat in het Belastingplan 2022.

Voor het eerst in jaren stijgt de bovengrens voor het lage tarief van de loon- en inkomstenbelasting. De grens is al sinds 2018 bevroren op € 68.507, maar gaat in 2022 naar verwachting dus naar € 69.398. De eerste schijf loopt voor werknemers die nog niet de AOW-leeftijd hebben bereikt tot en met een inkomen van € 35.472. De tweede schijf loopt vanaf een inkomen van € 35.473 tot en met  € 69.398. Over het inkomen daarboven betalen belastingplichtigen 49,50% loonbelasting of inkomstenbelasting.

Lager tarief voor AOW’ers
Het tarief van schijf 1 en 2 is hetzelfde, maar niet over het hele bedrag hetzelfde opgebouwd. De 37,07% van de tweede schijf bestaat namelijk volledig uit belasting, terwijl dit tarief voor de eerste schijf is opgebouwd uit 9,42% inkomstenbelasting en 27,65%% premie volksverzekeringen. Voor werknemers die alleen loon- of inkomstenbelasting verschuldigd zijn of juist alleen verzekerd zijn voor de volksverzekeringen, is het onderscheid tussen de schijven dus nog van belang. Ook voor AOW-gerechtigden – die geen AOW-premie meer hoeven te betalen als onderdeel van de premie volksverzekeringen – zijn de tarieven voor de eerste en tweede schijf verschillend. Hieronder staan de verwachte tarieven voor 2022 op een rijtje.