KENNISVRAAG ARBEIDSRECHT: MONDKAPJESPLICHT VOOR WERKNEMERS

KENNISVRAAG ARBEIDSRECHT: MONDKAPJESPLICHT VOOR WERKNEMERS

Inmiddels duurt de coronacrisis meer dan een jaar. Het afgelopen jaar heeft de overheid veel maatregelen genomen om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Een van die maatregelen betreft het dragen van mondkapjes door burgers. Wat als een werkgever haar werknemers wil verplichten om tijdens het werk een mondkapje te dragen. Mag dat zomaar? Wat adviseert u in de praktijk?

CASUS

Jan werkt als chauffeur voor een ambachtelijke bakkerij. Deze bakkerij heeft verschillende vestigingen. De werkzaamheden van Jan bestaan uit het bezorgen van goederen tussen deze verschillende vestigingen. Hiervoor gebruikt Jan een transportbus van de zaak.

De werkgever van Jan wil verspreiding van het coronavirus onder het personeel voorkomen. Het beleid van de bakkerij werd daarom aangepast. Een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging was er niet. Er werd door de werkgever eenzijdig besloten dat het personeel binnen de panden van de bakkerij een mondkapje moet dragen.

Jan is het hiermee niet eens. Jan vindt dat het dragen van een mondkapje een inbreuk maakt op zijn persoonlijke levenssfeer, omdat dit hinder, ongemak en gezondheidsrisico’s zou veroorzaken. Bovendien is Jan werkzaam als chauffeur, waardoor hij zich weinig in de panden van de bakkerij bevindt. Ook vindt Jan dat in het gewijzigd beleid van de bakkerij geen onderscheid tussen de verschillende functies wordt gemaakt. Alle werknemers worden over een kam geschoren, terwijl Jan circa 80% – 90% van zijn werktijd in zijn transportbus zit. Als Jan toch in het pand is, dan houdt hij 1,5 meter afstand. Daar komt bij, dat het zeer de vraag is hoe effectief een mondkapje eigenlijk is.

Jan weigert daarom om binnen de panden een mondkapje te dragen. De werkgever heeft besloten om de loondoorbetaling op te schorten en de toegang tot het werk te weigeren, zolang Jan zijn mondkapje niet wil dragen.

Overigens waren bij Jan geen medische- of psychische beperkingen, waardoor hij het mondkapje niet zou kunnen dragen.

VRAAG

De bakkerij meldt zich bij u voor advies. De bakkerij heeft begrepen dat een werkgever een instructierecht heeft; een werknemer moet zich houden aan de voorschriften van de werkgever. Zolang Jan zich niet aan de instructies van de werkgever houdt, wordt het loon opgeschort en wordt Jan op non-actief gesteld. Jan dreigt inmiddels met een kort geding om het (achterstallig) loon te vorderen en wedertewerkstelling af te dwingen. Hebben deze vorderingen kans van slagen?

MOGELIJKE ANTWOORDEN

Antwoord Motivering
A Ja Werkgevers hebben immers geen wettelijk instructierecht.
B Nee Werkgevers hebben een wettelijke instructierecht. Zij mogen instructies en voorschriften aan hun werknemers opleggen, die werknemers te allen tijde verplicht moeten opvolgen. Indien werknemers weigeren om deze instructies op te volgen, dan mag het loon altijd worden opgeschort en mag de toegang tot het werk worden geweigerd.
C Ja Werkgevers hebben een wettelijk instructierecht. Echter, de verplichting om een mondkapje te dragen kent geen legitiem doel. Er is immers geen bewijs dat het dragen van een mondkapje effectief is. Ook is deze verplichting voor de chauffeurs geen geschikt middel om het doel te bereiken. Chauffeurs bevinden zich immers nauwelijks in de panden, waardoor zij vrijwel nooit in contact komen met andere collega’s. Als de chauffeurs toch andere collega’s tegenkomen, dan houden de chauffeurs zich aan de 1,5 meter maatregel. Er wordt bij deze verplichting dan ook geen onderscheid tussen de verschillende functies gemaakt.
D Nee Werkgevers hebben een wettelijk instructierecht. Zij mogen instructies en voorschriften aan hun werknemers opleggen, maar dit geldt niet onbeperkt. De verplichting om een mondkapje te dragen kent een legitiem doel. Ten eerste voor een gezonde en goede werkomgeving zorgen. Ten tweede is sprake van een bedrijfsbelang, omdat een werkgever een loondoorbetalingsverplichting bij ziekte heeft. De verplichting om een mondkapje te dragen, kan daaraan bijdragen. Over de effectiviteit van het dragen van een mondkapje kan weliswaar worden getwist, maar dit is wel een maatschappelijk aanvaardbaar middel. Er hoeft verder geen onderscheid in functies te worden gemaakt, want de werkgever heeft er belang bij om voor alle werknemers één lijn te trekken.

 

Het juiste antwoord is D.

Werkgevers hebben een wettelijk instructierecht (artikel 7:660 BW). Kort gezegd, betekent dit dat een werkgever eenzijdig voorschriften aan haar personeel kan geven, tenzij er een ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging bestaat (in de zaak van Jan waren deze er niet). De werknemers zijn daarom gehouden om instructies op te volgen. Daarbij geldt wel dat de instructie een legitiem doel moet hebben én dat de instructie een geschikt middel moet zijn om dat doel te bereiken. Verder is van belang of de gestelde inbreuk op de persoonlijke levenssfeer evenredig is in verhouding tot het belang van de werkgever bij het bereiken van het beoogde doel én of de werkgever dat doel redelijkerwijs op een minder ingrijpende wijze kon bereiken.

Het dragen van een mondkapje in de bedrijfspanden heeft twee legitieme doelen. Ten eerste is de werkgever verplicht de individuele belangen van haar werknemers te beschermen door zorg te dragen voor een gezonde en veilige werkomgeving. Ten tweede heeft de werkgever een bedrijfsbelang te beschermen, omdat deze onder meer een loondoorbetalingsverplichting heeft bij ziekte. Het dragen van een mondkapje gedurende de coronapandemie kan aan de veiligheid en gezondheid bijdragen. Hoewel over de werking kan worden getwist, is het dragen van een mondkapje een maatschappelijk aanvaardbaar middel.

In deze zaak hoeft er verder geen onderscheid tussen de verschillende functies gemaakt te worden. De werkgever heeft er belang bij om ten aanzien van de instructie één lijn te trekken binnen het bedrijf. Het dragen van een mondjekapje kan immers pas effectief zijn als iedereen zich daar inpandig aan houdt. De chauffeur maakt deel uit van een werkgemeenschap en is geen solitaire werknemer die volledig zijn eigen plan mag trekken. In de tweede plaats gold voor de chauffeur min of meer al een differentiatie. Deze chauffeur hoefde alleen in de panden een mondkapje te dragen (dus niet in de transportbus), waardoor hij al grotendeels van zijn werktijd is ontheven van de mondkapjesplicht. De gestelde inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer is dan ook zeer beperkt. Ook zijn er geen medische- of psychische beperkingen bij de chauffeur waardoor hij het mondkapje niet zou kunnen dragen.

Kortom, ook deze chauffeur moet zich aan de door de werkgever opgelegde mondkapjesplicht houden. Zolang de chauffeur zich daaraan niet houdt, mag het loon worden opgeschort en mag de toegang tot het werk worden geweigerd.

Bron: Rechtbank Midden-Nederland, 13 januari 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:51