Ondernemingen kunnen in 2022 voor een groter deel van hun winst genieten van het lage tarief in de vennootschapsbelasting (VPB). Het kabinet rekt zoals verwacht de eerste schijf in de VPB verder op, waardoor winsten tot € 395.000 onder het lage tarief vallen.
Nu geldt het lage tarief nog voor winsten tot € 245.000. Dat is al een verhoging ten opzichte van 2020, toen de grens nog bij € 200.000 winst lag. Aan de VPB-tarieven zelf verandert in 2022 niets in vergelijking met 2021, zo blijkt uit de Prinsjesdag-stukken:
Daling van hoog VPB-tarief blijft uit
Het lage tarief in de VPB is de afgelopen jaren gestaag gedaald, want in 2019 stond dit tarief nog op 19%. Voor grotere ondernemingen is er een domper: het hoge tarief in de VPB blijft dus opnieuw onveranderd. Eigenlijk had het kabinet eerder ‘beloofd’ dat het hoge tarief al in 2021 omlaag zou gaan van 25% naar 21,7%. Die verlaging komt er dus opnieuw niet. Het kabinet zet dit geld elders in.
Fiscale eenheid voor de VPB opheffen?
Door het verschil in tarief kan het voor sommige concerns voordelig zijn om de fiscale eenheid voor de VPB op te heffen. Voor de ondernemingen in de fiscale eenheid telt de Belastingdienst voor de heffing namelijk alle winsten bij elkaar op. Dat betekent dat de fiscale eenheid maar één keer gebruik kan maken van het lage tarief. Nu de grens voor het lage tarief wordt opgetrokken naar bijna vier ton, kan het voordeliger zijn om de fiscale eenheid op te breken, zodat elke onderneming afzonderlijk van het lage tarief kan profiteren. Wel kleven er ook nadelen aan het opbreken van de eenheid, dus de afweging kan per concern verschillend uitvallen.
Wereldwijd minimumtarief van 15% VPB
Een verdere verlaging van het lage VPB-tarief lijkt niet voor de hand te liggen. De internationale gemeenschap is namelijk dicht bij afspraken over een wereldwijd minimumtarief van 15% in de VPB. Dat zou moeten helpen om internationale belastingontwijking aan te pakken.