NOW met een kwartaal verlengd

Het kabinet heeft het voornemen de NOW ongewijzigd te verlengen met een periode van drie maanden. NOW 4.0 zal dus lopen van 1 juli tot en met 30 september 2021 en net als bij NOW 3.0 zal het maximale vergoedingspercentage 85% zijn en de loonsomvrijstelling 10% van de loonsom. Ook blijft het minimale omzetverlies om voor de NOW in aanmerking te komen 20%, de forfaitaire opslag voor de werkgeverslasten 40% en de maximale vergoeding per werknemer twee keer het maximum dagloon. Een belangrijke wijziging is dat voor de loonsom februari 2021 als referentiemaand wordt gehanteerd. Voor NOW 3.0 (3e, 4e en 5e tranche) was dat juni 2020, maar die is niet meer representatief.

Het kabinet heeft gekeken naar twee mogelijkheden om de NOW te verruimen:

  1. een andere berekening van de definitieve subsidie bij een lagere loonsom.
  2. de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) niet langer tot het omzetbegrip voor de NOW rekenen.

Het kabinet is van mening dat de eerste optie te grote risico’s met zich meebrengt op juridisch terrein, voor de uitvoering door UWV en op misbruik en oneigenlijk gebruik. Alle voor- en nadelen van beide opties overwegende, kiest het kabinet voor optie 2. Werkgevers die NOW 3.0 en NOW 4.0 aanvragen of hebben aangevraagd, hoeven geen rekening meer te houden met ontvangen TVL-subsidie bij de vaststelling van de NOW-subsidie.

Voorbeeld uit de Kamerbrief

Een café met een omzet van € 120.000 per kwartaal, een loonsom van € 20.650 en € 30.000 vaste lasten krijgt bij een omzetverlies van 40% in Q3 2021 voor dat kwartaal in totaal

€ 21.833 aan subsidie (€ 12.000 TVL + € 9.833 NOW). Wanneer de TVL als omzet zou gelden voor de NOW, zou de subsidie in totaal € 19.375 zijn (€ 12.000 TVL + € 7.375 NOW). De ondernemer gaat er door de aanpassing van het omzetbegrip per saldo € 2.458 op vooruit.