Meer werken moet meer lonen, heeft de koning gezegd in de Troonrede. Dus moeten belastingbetalers in 2023 naar verwachting 36,93% inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen afdragen, tegen 37,07% nu. Over het inkomen boven deze grens blijft 49,50% inkomstenbelasting verschuldigd. Dat staat in het Belastingplan 2023.
Werknemers betalen in 2023 naar verwachting minder inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen. Het laagste tarief daalt van 37,07% naar 36,93%, en het bedrag waarover dit laagste tarief verschuldigd is, neemt behoorlijk toe. Dat stijgt volgens het Belastingplan 2023 van € 69.398 naar € 73.031.
Lager tarief inkomstenbelasting voor AOW’ers
Het tarief van schijf 1 en 2 is hetzelfde, maar niet over het hele bedrag hetzelfde opgebouwd. De 36,93% van de tweede schijf bestaat namelijk volledig uit belasting, terwijl dit tarief voor de eerste schijf is opgebouwd uit 9,28% inkomstenbelasting en voor de rest premie volksverzekeringen. Voor werknemers die alleen loon- of inkomstenbelasting verschuldigd zijn of juist alleen verzekerd zijn voor de volksverzekeringen, is het onderscheid tussen de schijven dus nog van belang.
Ook voor AOW-gerechtigden – die geen AOW-premie meer hoeven te betalen als onderdeel van de premie volksverzekeringen – zijn de tarieven voor de eerste en tweede schijf verschillend.