Verplichte opname vakantiedagen tijdens corona blijft kansloze zaak

Veel werkgevers hebben geprobeerd om hun werknemers tegen hun zin vakantiedagen te laten opnemen tijdens de pandemie. Inmiddels kan met zekerheid worden aangenomen dat dit niet op genade kan rekenen, als dit tot een rechtszaak leidt. Dit wordt keer op keer bevestigd in de jurisprudentie. Zo ook in een recente uitspraak van Rechtbank Rotterdam. De rechter oordeelt dat Covid-19 geen grondslag is om een werknemer te verplichten verlofuren in te leveren. Er ontbreekt een verklaring van de werknemer waaruit zou blijken dat hij definitief, ondubbelzinnig en in alle vrijheid afstand heeft gedaan van zijn verlofuren. Een werknemer is (tot op heden) niet verplicht om op grond van goed werknemerschap aan een dergelijk verzoek mee te werken. Kortom, het mag inmiddels wel als vaste rechtspraak worden gezien dat een werknemer niet kan worden gedwongen om vakantiedagen op te nemen. Dat een merendeel van de collega’s mogelijk wel instemt, is daar ook niet op van invloed. Het initiatief om vakantiedagen op te nemen berust (nog steeds) bij de werknemer.

Let op

De wettelijke regel is dat niet opgenomen (wettelijke) vakantiedagen binnen 6 maanden na afloop van een kalenderjaar moeten worden opgemaakt. Dus vóór 1 juli van het volgende kalenderjaar. Niet opgenomen dagen vervallen en hoeven ook niet te worden uitbetaald.

Maar, let op! Onlangs is nog eens uitgemaakt dat werkgevers zich niet zonder meer op deze regel kunnen beroepen om van de overtollige vakantiedagen af te komen. De rechter verwijst hierbij naar uitspraken van het Europese Hof die oordeelde dat een werkgever de werknemer op nauwkeurige wijze en tijdig moet informeren over zijn openstaande vakantierechten, zodat hij daar nog gebruik van kan maken. Als een werkgever op dit punt verzuimt, komt het recht op vakantie en/of een vergoeding voor niet-opgenomen dagen mogelijk weer niet te vervallen.